Nauwelijks wijzigingen in de Energie-investeringsaftrek 2025 voor de koeltechniek
januari 2025
De nieuwe versie van de Energie-investeringsaftrek is weer verschenen. Centercon brengt je graag op de hoogte. In dit artikel lees je alles over de veranderingen met betrekking tot deze regeling en de invloed hiervan op een aantal van onze producten.
De EIA-regeling is in het leven geroepen om eindgebruikers te stimuleren om te investeren in een energiezuinige en toekomstbestendige installatie. Jaarlijks worden de installaties die in aanmerking komen voor deze regeling opgenomen in de Energielijst.
Recent verscheen de nieuwe Energielijst 2025 en daarin zijn voor koeltechnische installaties en (middel)grote warmtepompen niet of nauwelijks wijzigingen opgenomen.
Voor de koeltechniek en (middel)grote warmtepompen gelden een aantal specifieke bedrijfsmiddelcodes die regelmatig worden toegepast:
- 220223: Transkritische CO2 koel- en/of vriesinstallatie
- 220225: Energiezuinige koel- en/of vriescondensoreenheid op basis van een halogeenvrij koudemiddel (DX)
- 220212: Energiezuinige koel- en/of vriesinstallatie op basis van een halogeenvrij koudemiddel (Chillers)
- 211104: Warmtepomp (luchtgerelateerd) voor het centraal verwarmen van bestaande bebouwing
- 221103: Warmtepomp voor het nuttig aanwenden van warmte voor processen
220223: Transkritische CO2 koel- en/of vriesinstallatie
Ook in 2025 komt dit type installatie, als deze toegepast wordt in supermarkten, niet in aanmerking komt voor deze EIA-regeling. Voor alle overige toepassingen van dit type installatie gelden voor installaties tot 100kW dezelfde regels als in 2024. Voor installaties vanaf 100kW dient wamteterugwinning te worden toegepast en dient de compressorunit te zijn uitgerust met parallelcompressie of ejector-technologie.
De maximale aftrek bedraagt €2.000 per geïnstalleerde kW van het koelvermogen. Onze Refra CO2 compressorunits kunnen worden ontworpen op basis van deze eisen. Wij denken graag met je mee in het ontwerp van deze installaties.
220225: Energiezuinige koel- en/of vriescondensoreenheid op basis van een halogeenvrij koudemiddel (DX)
Deze bedrijfsmiddelcode is van toepassing op units voor koelen van 5 tot 50kW en op units voor vriezen van 2 tot 20kW. Voor dit type installaties gelden dezelfde uitgangspunten als in 2024. De condensingunits moeten voor koelen voldoen aan een SEPR van minimaal 2,9 en voor vriezen geldt een minimale waarde van 1,8.
Het maximale investeringsbedrag voor de aangesloten koel- en/of vriesmeubelen, dat voor Energieinvesteringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt € 1.000 per geïnstalleerde kW van het koelvermogen van de condensoreenheid.
E.e.a. valt na te lezen via deze link.
De CO2 condensingunits van Copeland en Profroid vallen deels onder deze regeling.
220212: Energiezuinige koel- en/of vriesinstallatie op basis van een halogeenvrij koudemiddel (Chillers)
Voor chillers op basis van een halogeenvrij koudemiddel, zoals propaan en isobutaan die worden toegepast voor ruimten of processen tot maximaal +16°C, geldt dat de regels niet veranderd zijn. Voor units tot 100kW dient de condensor geselecteerd te worden met een maximaal temperatuurverschil van 10K tussen condensatietemperatuur en omgevingstemperatuur met een maximaal specifiek opgenomen vermogen van 21W per kW condensorvermogen. Voor units vanaf 100kW moet de warmtewisselaar (verdamper) ontworpen zijn op maximaal 3K temperatuurverschil tussen verdampingstemperatuur en de uitgaande temperatuur van de koudedrager. De condensor moet geselecteerd worden met een maximaal temperatuurverschil van maximaal 8K. Ook het toepassen van een warmteterugwinsysteem in units vanaf 100kW was al een verplichting en deze dient nu ook weer opgenomen te worden.
Het maximale investeringsbedrag voor de koel- en/of vriesinstallatie, dat voor Energie-investeringsaftrek in aanmerking komt, bedraagt €2.000 per geïnstalleerde kW van het koel- of vriesvermogen.
Veel van de chillers uit de standard range van Refra voldoen al aan de gestelde eisen. Mocht dat niet zo zijn dan kunnen wij voor jouw toepassing een maatwerk chiller selecteren/ontwerpen.
211104: Warmtepomp (luchtgerelateerd) voor centraal verwarmen en bestaande bebouwing
Onder deze bedrijfsmiddelcode vallen de (middel)grote warmtepompen die niet vallen onder de ISDE-subsidieregeling. Een belangrijke en voor u en de eindgebruiker interessante regel staat onder punt E. Elektrisch gedreven luchtgerelateerde warmtepompen op basis van een halogeenvrij koudemiddel komen ook in aanmerking voor de EIA-regeling. Ze moeten dan worden toegepast voor het verwarmen van bestaande bedrijfsgebouwen of het collectief verwarmen van bestaande woningen.Voorwaarde is een seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarming SCOP ≥ 4,0 van de buitenunit bij nominaal thermisch vermogen en een stookseizoen ‘A’ = average, gemeten conform NEN-EN 14825:2022. Hiervoor dient jouw leverancier uitgebreidere informatie aan te leveren. Refra en Centercon helpen je graag bij de selectie van de juiste warmtepomp.Het maximale bedrag dat voor de warmtepomp inclusief afgiftenet in aanmerking komt bedraagt € 1.400 per geïnstalleerde kWth van het nominaal thermisch vermogen van het systeem. Onder nominaal vermogen wordt verstaan, het thermisch vermogen waarop de SCOP is gebaseerd, waarbij het nominaal vermogen overeenkomt met Prated.
Er doemt hier echter wel een ander vraagstuk op. Het ministerie spreekt namelijk over gemeten waarden volgens NEN14825:2022. In 2024 hebben wij en andere producenten en firma’s al aangegeven dat er geen instellingen en laboratoria zijn die apparatuur van dit soort omvang kunnen meten. Helaas heeft RVO hierop geen reactie gegeven en het toch weer opgenomen in de regeling. Wij kunnen momenteel alleen nog berekende waarden aanleveren.
Een andere interessante regeling voor warmtepompen is:
221103: Warmtepomp voor het nuttig aanwenden van warmte voor processen
Elektrisch gedreven warmtepomp op basis van een halogeenvrij koudemiddel waarbij, bij een temperatuurlift (dT) tussen brontemperatuur (intredetemperatuur verdamper) en afgiftetemperatuur (uittredetemperatuur condensor).
De volgende COP-eis geldt:
- COP ≥ 4,0 bij dT tot +40 °C,
- COP ≥ 3,5 bij dT van +40 °C tot +50 °C,
- COP ≥ 3,0 bij dT van +50 °C tot +60 °C,
- COP ≥ 2,5 bij dT van +60 °C tot +70 °C,
- COP ≥ 2,3 bij dT van +70 °C tot 80 °C,
- COP ≥ 1,5 bij dT ≥+80 °C
(eventueel) systeem voor het onttrekken van warmte, (eventueel) systeem voor het toevoegen van warmte aan een proces, (eventueel) restwarmteopslagvat, (eventueel) noodzakelijke aanpassing van de elektriciteitsaansluiting
E.e.a. valt na te lezen in bijgaande brochure en op we website van RVO: https://www.rvo.nl/milieu-energielijst-2025
Heb je vragen of een interessant project? Wij werken het graag samen met je uit. Bel naar 010 258 11 20 of stuur een mail naar sales@centercon.nl.